Unieke archeologische opgravingen
Rubriek ‘Diepgravend’: Tel Megiddo
Een bezoek aan Megiddo is als een reis door de tijd. In deze ruïneheuvel zijn meer dan twintig woonlagen aangetroffen en vele bouwwerken van koningen van Israël. De tel (ruïneheuvel) biedt veel informatie over de Bijbelse geschiedenis.
De stad Megiddo lag aan de Via Maris, de oude kustweg die Mesopotamië met Egypte verbond. Ook de ligging bij de vlakte van Jizreël heeft Megiddo gestempeld. Israël is van de kustvlakte tot het Jordaandal bezaaid met bergketens, behalve de Jizreëlvlakte. Dit was een van de weinige plaatsen waar veldslagen konden worden gehouden – en dat is vaak gebeurd. Begin twintigste eeuw zijn hier de eerste grote opgravingen gedaan; sinds de jaren zestig vinden die om de paar jaar plaats.
Machtigste vestingstad
Megiddo groeide in het tweede millennium voor Christus uit tot de machtigste vestingstad van Kanaän. Het was de Israëlieten bij hun komst in Kanaän niet gelukt om Megiddo in te nemen (Richt. 1:27). Het gebied om Megiddo heen was aan de stam Manasse toegewezen (Joz. 17:11), maar de stad zelf bleef in handen van de Kanaänieten.
In Richteren 4 en 5 horen we over een grote veldslag die hier heeft plaatsgevonden. Onder leiding van Sisera trok een Kanaänitisch leger tegen de Israëlieten op. Een coalitie van Israëlitische stammen, samengebracht door Debora en onder leiding van Barak, ging de strijd met hen aan en versloeg hen bij Megiddo (Richt. 5:19). Het lied van Debora bezingt hoe de Heere Zelf voor Zijn volk streed en hen liet zegevieren.
Ingelijfd
Onder David en Salomo werd Megiddo bij het koninkrijk Israël ingelijfd. Salomo liet Megiddo, samen met de steden Hazor en Gezer, versterken (1 Kon. 9:15). Bij opgravingen zijn bij deze drie steden stadspoorten uit deze periode gevonden, die volgens hetzelfde ontwerp zijn gebouwd. Dat illustreert hoe groot het centrale gezag in deze periode in Israël was.
Het lied van Debora bezingt hoe de Heere Zelf voor Zijn volk streed en hen liet zegevieren.
Koning Achab liet Megiddo verder uitbouwen met onder meer een watertunnel die 45 meter diep en 70 meter lang is. Hierdoor was de stad ook bij belegering verzekerd van water.
Egyptische scherven
Josia, de laatste vrome koning van Juda, werd in 609 voor Christus in een veldslag bij Megiddo verslagen door de Egyptische farao Necho (2 Kon. 23:29). In 2024 heeft een team van archeologen onder leiding van Israël Finkelstein een grote hoeveelheid scherven van Egyptisch aardewerk uit deze tijd gevonden, wat wijst op de aanwezigheid van het Egyptische leger bij Megiddo.
"*" geeft vereiste velden aan