Volhouden
Caspian leert mij wat volhouden is: weggestuurd worden en toch weer hardnekkig terugkomen
Ik ga nog eens een column over jou schrijven’, zei ik met een zucht toen ik hem op een ochtend voor de vijfde keer de kamer uitsleepte naar buiten. ‘Je denkt natuurlijk… op een gegeven moment zal ze mijn bruine ogen niet meer kunnen weerstaan en zal de deur altijd voor mij open staan.’
Dit tafereel speelt zich zo’n tien keer per dag af. Via de deur in de keuken of de kamer weet hij zijn weg naar binnen te vinden. En aangezien er nogal wat mensen in en uit huis lopen staat de deur vaak open. En als de deur niet open staat… nou, dan schuif je hem open.
Soms komt hij heel stilletjes binnen en gaat heel voorzichtig onder de kast in de keuken liggen. Soms gaat hij met zijn kop in de kamer liggen, terwijl de rest van zijn lijf op de deurmat buiten ligt. Soms heeft hij wat meer durf en likt hij onder de tafel de kruimels op. En als hij zich echt heel dapper voelt, loopt hij naar boven en snuffelt hij daar rond. Dit gaat nu al twee jaar zo en het lijkt er niet op dat hij de strijd binnenkort zal opgeven.
Ons hondje heet Caspian. Hij is niet groot. Zo’n 40 centimeter hoog, maar met zijn staart in de lucht gedraagt hij zich zo prinselijk alsof de hele wereld van hem is.
En hoewel we al vele slippers en speeltjes met lede ogen half opgekauwd in de tuin hebben zien liggen, heeft hij toch ons hart gestolen. Want die bruine ogen, die onvoorwaardelijke liefde en blijdschap als hij ons ziet – ook al heb je hem tien keer het huis uitgesleept – doen je hart smelten.
Ik denk dat de Kananese vrouw aan een hondje als Caspian dacht toen ze Jezus antwoordde dat hondjes de kruimels onder de tafel eten. Caspian leert mij wat volhouden is: weggestuurd worden en toch weer hardnekkig terugkomen. Omdat ik mezelf wel in hem herken, knijp ik soms maar een oogje dicht als ik hem onder de keukenkast zie slapen.